Geschiedenis van zijde

Volgens oude teksten van Confucius (Chinese filosoof) is de productie van zijde in 2700 v.C. ontstaan. Maar bij archeologische opgravingen in de ruines van Hemudu zijn tekeningen ontdekt van 6900 jaar oud en in Xia/Shanxi is een opengesneden cocon opgegraven van +/- 5500-6000 jaar oud.

Men gaat ervan uit dat de Chinezen ongeveer 5000 jaar geleden zijn begonnen met zijdeteelt in kwekerijen. Oorspronkelijk was het dermate exclusief dat alleen de Keizer het kon dragen, later werd het ook andere hoogwaardigheidsbekleders toegestaan. Al naar gelang de productietechnieken verbeterden werd het gebruik ook algemener.

Vanwege de waarde werden zijden stoffen later ook als betaalmiddel gebruikt. China begon zijde te exporteren naar het westen in de tweede eeuw v.C. via de nu alom bekende “zijde route”. In 238 n.C. werden de eerste zijde producten naar Japan geëxporteerd. Het geheim om zijde te maken bleef, op straffe des doods, bijna 2500 jaar in China.

In de vijfde eeuw lekte het uit naar Khotan, een afgesloten gebied ten noorden van het Tibet gebergte. Een Chinese prinses werd uitgehuwelijkt aan een koning van Khotan. Zij smokkelde cocons en mulberry zaden mee in haar hoofddoek.

In 552 n.C., zo wordt verteld, smokkelden twee nestoriaanse monniken cocons in hun bamboe wandelstokken van Khotan terug naar Constantinopel in opdracht van de keizer Justinianus I de Grote van Byzantium.
Het geheim, of productietechnieken, verspreidde zich pas zo’n 700 jaar later verder naar het westen. Pas tegen het einde van de 15de eeuw werden Frankrijk en Italië belangrijke Europese producenten. Enkele hugenoten die Frankrijk ontvluchtten begonnen in 1620 in Londen een weverij.

< Terug naar informatieoverzichtspaginaVolgende pagina >